Zijn we al in de helft? Echt waar? Het lijkt alsof we hier gisteren zijn aangekomen, het is echt niet normaal. Ik heb het gevoel dat de tijd hier vooruit vliegt en ik wil dat echt niet! Ik heb nog niet de helft gedaan van wat ik wil doen, maar ik zit wel al in de helft van de tijd die ik heb. Het feit dat onze weken zo bomvol zitten helpt ook niet echt. Misschien moet ik net als Lieselot eens een bucket list opstellen, dan heb ik tenminste iets waar ik naartoe kan werken. Anyway, hier volgt dan weer een relaas van de afgelopen week (ik vrees dat het wat korter zal zijn dan anders).

Is het alweer zo ver? Opnieuw een week voorbij? Amai, de tijd vliegt hier. Het lijkt alsof ik mijn vorige blogpost gisteren maar geschreven heb. Morgen zitten we al in de helft, ik kan het bijna niet geloven. Ik wil er eigenlijk nog niet te veel aan denken, want ik amuseer mij hier eigenlijk nog altijd heel goed (ook al mis ik jullie allemaal wel een beetje)! We zullen dan maar weer eens een nieuw hoofdstuk schrijven in mijn dagboek (weekboek) hier, zeker?!

Ja lap, het is officieel! We zijn sans-papiers… Toch volgens de immigratiedienst. Allow me to explain. Op dinsdag trokken we vol goeie moed en met al onze papieren voor het verlengd verblijf richting de mortiersweg, niet ver van het KAP, waar de immigratiedienst was. We kwamen binnen in een grote zaal, waar je je moest registreren. Net zoals bij de Renmans mochten we dan een papierke nemen en konden we ons gaan zetten. Het enige verschil met de Renmans is dat ik hier niet met een kilo gekapt ga buiten komen (denk ik toch). Een half uurtje later mocht Lieselot langsgaan bij de vriendelijke mevrouw om alles te regelen. Het bleek al snel dat de mevrouw er vriendelijker uitzag dan ze echt was. Er was een probleem en dus ik ging ook eens luisteren, aangezien ik in hetzelfde schuitje zat. Blijkbaar is de wetgeving veranderd en moeten we een visum aanvragen vanuit België als je wil studeren in Curaçao. Oops! Guess what we didn’t have!? Uiteindelijk konden we hen overtuigen om te bellen naar Elica, de coördinator van Student Affairs op de UoC. Na een goed kwartiertje te zitten luisteren op een ingewikkeld papiaments gesprek (ik begreep er de ballen van), kregen we dan toch te horen dat we onze aanvraag mochten indienen. Elica was niet op de hoogte van de verandering in de wetgeving en de immigratiedienst op de luchthaven blijkbaar ook niet, anders waren we niet in het land binnen geraakt. Anyway, waar het op neer komt: we hebben onze aanvraag ingediend en we hebben momenteel een papiertje waarop staat dat de aanvraag is ingediend, maar dat dit ons niet het recht geeft om op Curaçao te verblijven. Ik kan dus zeggen dat ik minstens een weekje als illegaal heb geleefd. Laat ons nu hopen dat de aanvraag wordt goedgekeurd (met mijn strafblad kan dat nog eens voor problemen zorgen).

Jaja, het werk begint te komen. Waar we de eerste weken alles op het gemakje konden/moesten (want ja, er was niks geregeld) doen, worden we nu volledig ondergedompeld in de stage. Twee voormiddagen lesgeven, één volle dag werken in het Nationaal Archief en vier namiddagen les volgen, een mens zou er zot van worden. Reken daar nog eens bij dat we examens hebben in de week van 9 maart en ook nog eens vriendelijk zijn uitgenodigd bij de immigratiedienst omdat we anders als echte sans-papiers gaan leven vanaf 25 april en ik moet u niet wijsmaken dat we van het één naar het ander vliegen.

Veel mensen gaan het graag horen, we hebben jullie lang genoeg jaloers gemaakt met al onze “vrije tijd” (want echt, jullie hebben een verkeerd beeld). Vanaf deze week is het gedaan, we moeten er harder in vliegen dan een vogel die echt heel hard vliegt! Tot nu toe hebben we enkel les gevolgd (en ingehaald, want de lessen waren hier al 4 weken bezig zoals jullie weten), maar aan dat goed leven komt een einde.